TCP/IP Protocol

TCP/IP is een grote verzameling van verschillende communicatieprotocollen.

Protocolfamilie

TCP/IP is een grote verzameling van verschillende communicatieprotocollen gebaseerd op TCP en IP, de oorspronkelijke protocollen.

TCP - Transport control protocol

TCP wordt gebruikt voor de besturing van dataoverdracht van de applicatie naar het netwerk.

TCP splitst gegevens voor het verzenden in IP-pakketten en herstelt ze wanneer ze aankomen.

IP - Internet protocol

IP is verantwoordelijk voor de communicatie tussen computers.

IP is verantwoordelijk voor het verzenden en ontvangen van pakketten op het internet.

HTTP - Het hyper tekst transmissieprotocol

HTTP is verantwoordelijk voor de communicatie tussen web servers en web browsers.

HTTP wordt gebruikt om verzoeken van de web client (browser) naar de web server te sturen en om inhoud (webpagina's) van de web server naar de web client terug te sturen.

HTTPS - Veilige HTTP

HTTPS is verantwoordelijk voor de beveiligde communicatie tussen web servers en web browsers.

Als representatieve toepassing wordt HTTPS gebruikt voor het afhandelen van creditcardtransacties en andere gevoelige gegevens.

SSL - Beveiligde socket layer

SSL-protocol wordt gebruikt om gegevens voor veilige gegevensoverdracht te encrypteren.

SMTP - Het eenvoudige e-mailtransmissieprotocol

SMTP wordt gebruikt voor het verzenden van e-mail.

MIME - Multipurpose Internet Mail Extensions

Het MIME-protocol maakt het SMTP mogelijk om multimediale bestanden, inclusief geluid, video en binair data, te verzenden via TCP/IP-netwerken.

IMAP - Internet Message Access Protocol

IMAP wordt gebruikt voor het opslaan en ophalen van e-mail.

POP - Post Office Protocol

POP wordt gebruikt om e-mail van e-mail servers naar persoonlijke computers te downloaden.

FTP - File Transfer Protocol

FTP is verantwoordelijk voor bestandstransmissie tussen computers.

NTP - Network Time Protocol

NTP wordt gebruikt om tijd (klokken) tussen computers te synchroniseren.

DHCP - Dynamic Host Configuration Protocol

DHCP wordt gebruikt om dynamische IP-adressen toe te wijzen aan computers in het netwerk.

SNMP - Simple Network Management Protocol

SNMP wordt gebruikt voor de beheer van computernetwerken.

LDAP - Light Weight Directory Access Protocol

LDAP wordt gebruikt om informatie over gebruikers en e-mailadressen van het internet te verzamelen.

ICMP - Internet Message Control Protocol

ICMP is verantwoordelijk voor foutafhandeling in het netwerk.

ARP - Address Resolution Protocol

ARP - Gebruikt om de hardwareadressen van netwerkkaarten gebaseerd op IP-adressen te vinden.

RARP - Reverse Address Resolution Protocol

RARP wordt gebruikt om de IP-adressen van netwerkkaarten gebaseerd op hardwareadressen te vinden via IP.

BOOTP - Boot Protocol

BOOTP wordt gebruikt om computers van het netwerk op te starten.

PPTP - Punt-tot-punt Tunnel Protocol

PPTP wordt gebruikt voor verbindingen tussen private netwerken (tunnels).