The history of JavaScript
- Vorige pagina JavaScript Geavanceerde Handleiding
- Volgende pagina Implementatie van JavaScript
To fully exploit the potential of JavaScript, it is very important to understand its essence, history, and limitations.
This section explains the origin of JavaScript and client-side scripts.
Nombas and ScriptEase
In 1992, a company called Nombas developed an embedded scripting language called C-minus-minus (C-minus-minus, abbreviated as Cmm). The philosophy behind Cmm is simple: a scripting language that is strong enough to replace macro operations (macro) while maintaining enough similarity with C (and C++) so that developers can learn it quickly. This scripting language was bundled with a shared software called CEnvi, which first showed developers the power of this language.
Nombas veranderde uiteindelijk de naam van Cmm in ScriptEase, omdat het achterste deel (mm) te negatief klinkt en het letter C 'schrikachtig' overkomt.
Nu is ScriptEase de hoofdbron van kracht achter de Nombas-producten.
Netscape heeft JavaScript uitgevonden
Toen Netscape Navigator zijn intrede deed, ontwikkelde Nombas een versie van CEnvi die kon worden ingesloten in webpagina's. Deze vroege experimenten werden Espresso Page (zoals koffie op smaak) genoemd en vertegenwoordigden de eerste client-side taal die op het World Wide Web werd gebruikt. Nombas had geen idee dat zijn idee een belangrijke steunpaal van het World Wide Web zou worden.
Terwijl het internetbrowsen steeds populairder werd, nam de behoefte aan client-side scripts ook toe. Op dat moment waren de meeste internetgebruikers nog steeds verbonden via een 28.8 kbit/s modem, terwijl de webpagina's al steeds groter en complexer werden. Het extra ongemak voor de gebruikers was dat ze meerdere malen moesten communiceren met de server alleen voor de eenvoudige validatie van een formulier. Stel je voor dat een gebruiker een formulier invult, op de submit-knop klikt, 30 seconden wacht en dan een bericht ziet dat een vereiste veld is vergeten in te vullen.
Netscape, destijds aan de voorfront van technologische innovatie, begon serieus na te denken over het ontwikkelen van een client-side scripttaal om eenvoudige verwerkingproblemen op te lossen.
Brendan Eich, die destijds werkte bij Netscape, begon met de ontwikkeling van een scripttaal genaamd LiveScript voor de Netscape Navigator 2.0 die in 1995 zou worden uitgebracht. Het doel was om deze te gebruiken aan de kant van de browser en de server (oorspronkelijk LiveWire). Netscape en Sun voltooide de implementatie van LiveScript op tijd.
Voor de officiële release van Netscape Navigator 2.0, veranderde Netscape de naam in JavaScript, met als doel om de trendy internettermijn Java te benutten. De inzet van Netscape werd uiteindelijk beloond, sindsdien is JavaScript een onmisbaar onderdeel van het internet geworden.
Drievoetige stand
Vanwege het succes van JavaScript 1.0 bracht Netscape versie 1.1 van JavaScript uit in Netscape Navigator 3.0. Toevallig besloot Microsoft op dat moment de markt voor webbrowsers te betreden en bracht IE 3.0 uit met een clone van JavaScript genaamd JScript (deze naam werd gekozen om mogelijke licentieproblemen met Netscape te vermijden). Hoewel dit belangrijke stap van Microsoft in de markt voor webbrowsers zijn reputatie schade berokende, was het ook een belangrijke stap in de ontwikkeling van het JavaScript-taal.
Na het betreden van Microsoft, bestonden er drie verschillende versies van JavaScript tegelijkertijd: JavaScript in Netscape Navigator 3.0, JScript in IE en ScriptEase in CEnvi. In tegenstelling tot C en andere programmeertalen heeft JavaScript geen standaard om zijn syntaxis of kenmerken te unificeren, en deze drie verschillende versies benadrukken dit probleem juist. Met toenemende zorgen in de industrie lijkt de standaardisatie van deze taal onvermijdelijk.
Standaardisatie
In 1997 werd JavaScript 1.1 als een ontwerp voorgesteld aan de European Computer Manufacturers Association (ECMA). De Technische Commissie 39 (TC39) werd geacht om 'de syntaxis en semantiek van een algemeen, platformonafhankelijk en fabrikantonafhankelijk scripttaal te standaardiseren' (http://www.ecma-international.org/memento/TC39.htm) De TC39, samengesteld uit programmeurs van bedrijven zoals Netscape, Sun, Microsoft, Borland en andere bedrijven die geïnteresseerd zijn in scriptprogramming, heeft ECMA-262 gevormd, een standaard die een nieuwe scripttaal genaamd ECMAScript definieert.
In de volgende jaren namen ook de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) en de Internationale Electrotechnische Commissie (IEC) ECMAScript als standaard aan (ISO/IEC-16262). Vanaf dat moment begonnen webbrowsers (hoewel met verschillende graden van succes en mislukking) ECMAScript als basis voor JavaScript te implementeren.
- Vorige pagina JavaScript Geavanceerde Handleiding
- Volgende pagina Implementatie van JavaScript